Erfrecht

Erfrecht bepaalt wat er bij een overlijden van iemand gebeurt met zijn bezittingen en schulden, ook wel erfopvolging genoemd. Het erfrecht is een verzamelbegrip van alle regels die bepalen wat er na een overlijden met de bezittingen en schulden moet gebeuren. Alle regels omtrent het erfrecht kunt u terugvinden in boek 4 van het Burgerlijk Wetboek.

Wat regelt het erfrecht?

Heeft u geen testament laten opstellen? Dan bepaald het erfrecht wie uw erfgenamen zijn en hoeveel zij precies erven. De regels van het erfrecht staan geregistreerd in het Burgerlijk Wetboek.

Het erfrecht bepaald bijvoorbeeld:

  1. Dat alleen uw partner of geregistreerde partner en uw bloedverwanten van u erven
  2. Dat er 4 groepen bloedverwanten zijn
  3. Dat de wettelijke verdeling alleen geldt als u getrouwd of geregistreerd partner was en minimaal 1 kind had

Woont u samen zonder testament? Zijn jullie niet getrouwd of hebben jullie geen geregistreerd partnerschap? Dan kunnen jullie zonder testament niet van elkaar erven. Samenwonenden kunnen wel in het samenlevingscontract registreren dat bezittingen na het overlijden van de één naar de ander gaan.

Partner of geregistreerde partners en bloedverwanten

Zonder een testament zijn bloedverwanten en uw partner of geregistreerde partner uw enige erfgenamen.

Bloedverwanten zijn bijvoorbeeld: kinderen, ouders, grootouders, broers en zussen. De wet heeft echter besloten dat een partner of geregistreerd partner ook erven volgens het erfrecht. Hierin maakt het geen verschil of u getrouwd of geregistreerd partner bent, u heeft dezelfde rechten.

Aangetrouwde familieleden zijn geen bloedverwanten, maar aanverwanten. Zij kunnen alleen erven wanneer zij in een testament tot erfgenaam benoemd zijn.

De 4 groepen bloedverwanten

De wet hanteert 4 groepen bloedverwanten. Groep 1 heeft voorrang op groep 2 en zo verder.

  1. Partner, geregistreerd partner en kinderen
  2. Ouders, broers en zussen
  3. Grootouders
  4. Overgrootouders

De overledene heeft geen testament

Het erfrecht is er vooral voor de mensen zonder testament. Door middel van het erfrecht wordt dan bepaald wie er erfgenamen zijn. Als er geen testament is, regelt het erfrecht hoe de erfenis verdeeld wordt.

Het Burgerlijk Wetboek over erfrecht bestaat uit 233 artikelen. In de basis wordt voor de verdeling volgens het erfrecht gebruik gemaakt van 4 groepen:

  1. De echtgenoot of geregistreerd partner en kinderen van de erflater.
  2. De ouders, broers en zusters van de erflater.
  3. De grootouders van de erflater.
  4. De overgrootouders van de erflater.

Als de langstlevende echtgenoot of geregistreerd partner erft, dan zal automatisch de wettelijke verdeling in werking treden. Dit betekent dat de kinderen van erflater hun erfdeel niet direct in handen krijgen. Ze krijgen een vordering op de erfenis ter grootte van hun erfdeel. Hun erfdeel is pas opeisbaar als de langstlevende echtgenoot of geregistreerd partner is overleden.

Krijgt iedereen een gelijk deel bij het erfrecht?

Volgens het erfrecht krijgt iedereen binnen eenzelfde groep een gelijk deel. Alleen binnen groep 1 werkt dit zoals u hierboven kunt lezen anders. Daar treedt namelijk de wettelijke verdeling in werking.

De overledene heeft wel een testament

Als erflater zelf een testament heeft opgesteld dan vervalt het erfrecht. Een testament gaat namelijk voor het erfrecht. De voorwaarde is wel dat dit testament officieel is opgemaakt door een notaris en is ingediend in het centraal testamentenregister. Alleen een notaris heeft toegang tot het centraal testamentenregister.

In een testament kunt u zelf uw erfenis verdelen zoals u het zelf zou willen. U bent vrij in het bepalen wie uw erfgenamen zijn. Echter dient u wel rekening te houden met uw kinderen. De kinderen hebben altijd recht op hun legitieme portie. Dat is het deel waar zij wettelijk gezien recht op hebben.

Vergelijk uitvaartverzekeringen<< Terug naar alle uitvaart begrippen